R A I L G O E D . N E T                          

Railgoederenvervoer in en om Nederland                                        

Spoorhistorie van Pernis

“Onopgemerkt door de reiziger voltrekt zich in een uitgestrekt gebied ten zuidwesten van Rotterdam een grootste ontwikkeling op spoorweggebied, die duidelijk de taak laat zien die de spoorwegen in onze maatschappij vervullen, en zullen blijven vervullen. Hier immers worden de spoorweginstallaties op voortvarende wijze aangepast aan voortdurend toenemende eisen, en houdt hun ontwikkeling gelijke tred met de stormachtige uitbreiding van het arbeidsveld van Europa’s eerste havenstad.” Zo begint een artikel over de Rotterdamse havenspoorwegen van Van der Tak/Van ’t Hoogerhuys in Op de Rails van juni 1961. De uitspraak heeft na zestig jaar nog weinig aan actualiteitswaarde ingeboet.
Het havengebied eindigde toen nog in Pernis, nu ligt er al een paar jaar de Tweede Maasvlakte.


In dit artikel gaat het over Pernis, na Waalhaven Zuid het tweede goederenstation aan de Havenlijn. Het gebied wordt gedomineerd door de petrochemische industrie: Shell, Exxon Mobil, Nerefco en vele voorgangers hebben zich de laatste tachtig jaar gevestigd op de Vondelingenplaat rond de Eerste en Tweede Petroleumhaven. Het spoorvervoer is immens geweest, maar tegenwoordig gaat het meeste onder de grond. Er moet een wirwar aan buizen lopen vanaf de Pernisse fabrieken naar bedrijven zoals Shell Moerdijk of Schiphol. Eén aanvoer- en één afvoertreintje is vandaag de dag voldoende voor het wagenladingvervoer. De bloktrein en vooral de containershuttle heeft in Pernis de macht gegrepen.
We geven hierna een overzicht van de voorgeschiedenis en daarna van de ontwikkelingen bij de verschillende bedrijven gedurende de laatste decennia. De bedrijven komen van west naar oost aan bod: De Vondelingenweg, Petroleumweg, Butaanweg en Striendwaalseweg.

1 De Voorgeschiedenis

De ontwikkeling van de havenspoorlijnen in Rotterdam ziet er in kort bestek als volgt uit.
1891: Verbinding van Rijnhaven naar Sluisjesdijk, waar toen de olie-opslagplaatsen waren gelegen.
1908: De particuliere maatschappij HIJSM maakt een verbinding met de havens op de rechter maasoever (RMO).
1912: Het eind van de Waalhaven, de Heijplaat, wordt bereikt (zie thema Waalhaven) vanaf de Sluisjesdijk.
1926: Aanleg Havenspoorweg, buiten de stad om.
De haven blijft daarna oprukken naar het westen. De Bataafse Petroleum Maatschappij (later Shell) is op zijn vorige locatie aan de Sluisjesdijk (sinds 1901) uit zijn jasje gegroeid en vestigt zich in 1927 op de in 1907 opgespoten Vondelingenplaat ten westen van het dorpje Pernis, dat tot op de dag van vandaag moedig heeft standgehouden te midden van de steeds maar expanderende petrochemische industrie.
1935: Verlenging van het spoor tot Pernis.
1952: Opening van de Botlekbrug.
1956: Eerste aansluitingen in de Botlek.
1960: Spoorverdubbeling van de havenlijn tot Botlek, nieuw emplacement Waalhaven Zuid.
1964: Opening Europoort.
1977: Opening Maasvlakte.
2012: Opening Tweede Maasvlakte
Inmiddels is de hele Havenspoorlijn verdubbeld en geëlektrificeerd, de sporen op de Maasvlakte zijn de laatste jaren uitgebreid, de Botlektunnel is gegraven en de ‘Buitencontour’ in de Tweede Maasvlakte geopend. De Botlekbrug is vervangen en op 30 aug 2021 geopend. Het nieuwe Theemswegtracé is in november 2021 geopend tussen Botlek en Europoort. Hiermee wordt een dure vernieuwing en een voor het scheepvaartverkeer noodzakelijke verbreding van de Calandbrug vermeden.
In Pernis blijven - zoals al zestig jaar geleden voorspeld - de spoorwegen inderdaad hun maatschappelijke rol vervullen.
Wat het railgoederenvervoer in 2022 betreft kunnen we stellen dat het wagenladingvervoer sterk is afgenomen maar nog steeds stand houdt, dat het aantal bloktreinen met name naar de terminals van Koole substantieel is en dat het aantal containertreinen naar de CTT nog steeds toeneemt.


2 Het basisemplacement
Emplacement Pernis telde in 1961 negen sporen een aantal kopspoortjes. Daarin is in 2022 nauwelijks verandering opgetreden: acht sporen emplacement, twee doorgaande lijnen en zeven kopspoortjes aan de westzijde. Het was, schreef ik in 2009, tamelijk ruim bemeten voor het toenmalige vervoersaanbod. De omvang stamde duidelijk uit de behoeften in het verleden. De overtollige capaciteit werd toen vooral gebruikt voor het tijdelijk stallen van goederentreinen, die elders even geen plekje konden krijgen. In dat jaar was er een beperkt wagenladingvervoer, er kwam een aantal ketelwagentreinen en sporadisch een containertrein.
Was het emplacement in het verleden voor een spotter nog goed toegankelijk, begin 2002 is de Vondelingenweg vernieuwd, zijn drie overwegen vervangen door viaducten (aan beide zijden van de A4 en nabij de Petroleumweg); in de jaren erna is het hele emplacement van de buitenwereld afgegrendeld door hoge groene Prorail-hekken. Veiliger hebben ze het wel gemaakt, leuker niet.
In 2022 zijn er op emplacement Pernis nog steeds, naast de twee doorgaande, acht sporen, waarvan vier geëlektrificeerd. En de drukte is flink toegenomen: er staan voortdurend ketelwagentreinen van of naar de beide Koole tankterminals en containertreinen van of naar de CTT-terminal.

3 De bedrijfsaansluitingen
3.1 Vondelingenweg
Aan de stamlijn Vondelingenweg bevinden zich drie actieve aansluitingen; een langs de Vondelingenweg en twee aan het emplacement Vondelingenplaat.
Aan het eind van de stamlijn ligt al meer dan een halve eeuw een vijfsporig emplacement. Van de vier bedrijfsaansluitingen aan het emplacement zijn er nog twee over.
Vanaf de stamlijn langs de Vondelingenweg zijn er in de loop der jaren diverse aftakkingen naar Shell-poorten geweest, er is er nog maar één over.
Begin 2021 nam Koole Tankstorage het emplacement Vondelingenplaat over.

Koole Tankstorage (Pakhuismeesteren / Panocean / Paktank)
Vanaf het Vondelingenplaat-emplacement loopt, de Vondelingenweg kruisend, de aansluiting naar Koole Tankstorage Pernis; hier bevindt zich ook de oudste laadinstallatie. In de jaren 1935 lag hier Pakhuismeesteren, in 1971 Panocean, in 1993 Paktank en sinds 1999 heeft het zijn huidige naam. Koole heeft ook direct aan het emplacement twee aansluitingen, op een ervan is sinds 2010/11 een tweede laadinstallatie in bedrijf, maar die wordt weinig gebruikt.

Rangeerlocs
Koole bezat geruime tijd een O&K-loc (26214 uit 1962) met een vermogen van 125 pk toen in 2008 een tweede loc, de Henschel 30016 met een vermogen van 500 pk,  werd aangeschaft. Deze sterke loc had al een hele geschiedenis: ze werd in 1959 in dienst gesteld bij Shell Pernis, verhuisde in 1987 naar Esso in Antwerpen en daarna naar het museumbedrijf Kolenspoor, kwam in 2007 naar de werkplaatsen van Koole in Zaandam (RM 254) en het jaar erna naar de Vondelingenplaat. De O&K werd in 2010 gesloopt. De Henschel is sinds begin 2021 kapot, waarbij onduidelijk is of herstel nog zal plaats vinden. Vervanger is een gele O&K met nummer 26968 uit 1981. Dit is de oude Shell 6 (van Shell Pernis) die in 2014 door Bemo werd gekocht.

Railvervoer
In de jaren tachtig was er bij Paktank nog veel railvervoeraanbod van allerlei oliën naar o.a. het toen nog bestaande Tsjecho-Slowakije, maar in 1997 was het vervoer sterk teruggevallen. Aan het eind van 1999 werd er weer volop gereden. Na de overname door Koole in datzelfde jaar bleef dat maar kort zo: het ging onder meer om palmpitolie naar Frankrijk en Hongarije. Begin 2000 lag het vervoer geheel stil om aan het eind van dat jaar weer op te veren tot enkele tientallen wagens per week. Het was de stilte voor de storm.

Midden 2005 vervoerde Koole via Railion ongeveer drie maal per week enkele wagens bio-olie naar Zuid-Frankrijk en stuurde het ACTS op pad met enkele bloktreinen sojaolie naar Polen.

Het vervoer van bio-producten kwam in 2006 in een stroomversnelling.
- Begin 2006 reed Connex (de voorloper van Veolia) zijn eerste trein met soja- en koolzaadolie van Koole naar Bitterfeld in Duitsland; de retourtrein werd geladen met bio-ethanol; het werd een wekelijks blijvertje;
- Railion bracht een wekelijkse bloktrein met koolzaadolie naar Wenen;
- Railion kwam dagelijks langs (voor wagens naar/van Zwitserland, Frankrijk en Hongarije);
- ACTS reed soja-olie naar Leipzig (DE);
- R4C soja-olie naar Wenen (AT);
- HGK koolzaadolie (1 à 2 per week) naar Ochsenfurt (DE).
Steeds meer verschillende vervoerders wisten de Vondelingenplaat te vinden.

In 2007 reden er vooral bloktreinen:
- HGK (met de loc’s DE674 en DE81) en
- Veolia (loc 1509) maakten hun opwachting;
- Voor Railion resteerde nog de wekelijkse bloktrein naar Wenen en
- het vervoer van enkele kleine wagengroepen voor unit-cargotreinen;
- Railion startte dat jaar het vervoer van basisolie in donkergrijze VTG-ketelwagens naar BP Castrol in Guntramsdorf (AT).

De situatie in 2008:
- Railion stopte met koolzaadolie naar Wenen (1pw); herstart in december 2010 door DB Schenker (opvolger van Railion);
- HGK beëeindigde koolzaadolie naar Ochsenfurt;
- Railion startte koolzaadolie naar Hongarije (in Poolse ketelwagens);
- Railion zonnebloemolie uit Polen (1pw) (beëindigd herfst 2009);
- Railion soja-olie naar Schwarzheide (DE – omgeving Dresden);
- Voortzetting door Railion van marginaal vervoer van pripol voor een chemisch bedrijf in Gouda (in Millet-ketels) naar Frankrijk (beëindigd in 2010);
- Veolia bracht incidenteel plantaardige olie naar Bitterfeld en Schwedt (DE);
- Veolia startte biodiesel naar Trecate (IT) (1pw) (tot eind 2009), herstart in april 2012 door HUSA;
- ITL startte biodiesel uit Polen (1pw) (in rode DEC-ketelwagens); in 2010 overgenomen door RTB;
- Railion startte vetalcohol naar Ludwigshafen (tot 2010).

Begin 2011 werd het bijzonder druk aan het eind van de Vondelingenweg:
- DBS (opvolger van Railion) reed nog steeds koolzaadolie (1pw) naar Wenen (AT);
- DBS startte regelmatig vervoer vam koolzaadolie naar Enns (AT);
- DBS startte metylester naar Leuna (DE – bij Leipzig).
- HSL startte biodiesel naar Oost-Duitsland en Polen;
- RTB reed nog steeds een biodieseltrein (nu 2x per week) uit Slawkow in Polen (in rode DEC-ketelwagens), later overgenomen door HSL (tot eind 2012);
- RTB reed veel biodiesel;
- RTB reed enkele treinen biodiesel naar Wittenberg (DE)
- ERS startte i.o.v. HSL enkele biodieselketeltreinen, slechts gedurende enkele maanden;
- Captrain bracht enkele treinen zonnebloemolie uit Marfu (HU);
- Captrain reed enkele treinen koolzaadolie naar Schwarzheide;
- Captrain (i.o.v. HSL) bracht vrij regelmatig biodiesel uit Polen;
Midden 2012 kwam daar nog bij: (RM 298/299)
- Captrain en RTB vervoer van zonnebloemolie uit Foktö-Kalocsa (HU) (2 à 3 pw) (in VTG-ketelwagens);
- DBS plantaardige olie naar Graz (AT);
- DBS vetalcohol naar Italië.

In 2013 was de hausse voorbij en daalde de rust neer over de Vondelingenplaat:
- er kwamen nog maar zo’n tien ketelwagens per week via het uc-netwerk van DBS;
- bij tijd en wijle werd Locon nog gezien met een biodieseltrein.

Pas 2017 liet weer enige groei te zien:
- LTE kwam met biodiesel uit Bitterfeld of Schwedt (1xpw); plantaardige olie ging retour; LTE was hiermee de opvolger van de trein die vanaf 2006 door Connex en vanaf 2007 door Veolia werd gereden);
- RRF reed onregelmatig biodiesel naar Bulgarije;
- DBCargo (opvolger van DBS) haalde enkele ketelwagens per dag op voor het unit cargonetwerk

In 2019 zette de groei zich door:
- er was vooral spotvervoer van bloktreinen door verschillende vervoerders: CT, Locon, RTB, LTE en RRF;
- LTE reed biodiesel uit Tsjechië;
- LTE plantaardige olie naar Bitterveld;
- CT biodiesel uit Bulgarije;
- RRF biodiesel uit Polen;
- DBC bleef actief met wagenladingen voor het uc-netwerk vooral basisolie naar Duitsland (Mannheim), Oostenrijk (Wenen) of Roemenië. Vervoer naar Wenen stopte eind 2020, Mannheim bleef.

In 2022 kwam RFO ten tonele met incidenteel vervoer van biodiesel uit Polen.
- Tot september reed RFO ook wekelijks met zonnebloemolie uit Hongarije maar dat is sindsdien overgenomen door LTE.
- Sinds de zomer reed RTB een wekelijkse zonnebloemolietrein uit Oekraïne in groene wagens van CD Cargo;
- RM400 noemt daarnaast een wekelijkse zonnebloemolietrein uit het Oostblok in ketelwagens van Ryko of Slov-Vagon.

Arkema en Cerexagri (Atofina)Kemira (Albatros)
Atofina had twee spooraansluitingen op het Vondelingenemplacement. De westelijke liep naar een opstelplaats van drie sporen met twee kopsporen elk naar een laad-/losinstallatie, de oostelijke was een kort kopspoor. Op het westelijke spoor werden dagelijks enkele wagens gelost of geladen op het oostelijk, dat via het terrein van Koole liep, stond soms een enkele gasketelwagen. Dat laatste was in 2022 nog steeds zo. Atofina vervoerde allerlei chemische vloeistoffen zoals zwavelkoolstof en butylmercaptaan.

In 2007, het jaar waarin Atofina werd opgesplitst in Arkema en Cerexagri, werden er regelmatig wagens beladen, in 2012 zelfs werkdagelijks. Elk bedrijf kreeg zijn eigen laad-/losplaats.

In 2017 nam Lineas het vervoer over met een loc van Captrain voor de last mile, in 2019 werd dat weer als vanouds DBC. Aangevoerd werd butylmercaptaan en koolstofdisulfide uit Lacq voor Arkema en koolstofdisulfide uit Keulen en Lyon voor Cerexagri.
Eind 2020 sloot Cerexagri zijn poorten, de productie werd overgeplaatst naar België en honderd personeelsleden werden ontslagen. Arkema bleef en behield zijn (marginale) spoorvervoer. Het betreft diverse chemicaliën die afkomstig zijn van de zustervestiging in Lacq (FR).

Kemira (Albatros)
Bij de ingang van het emplacement Vondelingenplaat had Albatros (opgericht in 1920) in de jaren 1960 een spoorpoort met daarachter twee sporen. Het door Kemira overgenomen kunstmestbedijf had in de jaren ’80 twee poorten en in de jaren ‘90 zelfs drie. De laatste aansluiting was pas enkele jaren daarvoor aangelegd ten behoeve van het vervoer van zwavel, maar het is slechts weinig gebruikt. Wel was er bijvoorbeeld in 1990 eenmaal per week een facultatieve zwaveltrein over Emmerich in de dienstregeling opgenomen. In ’93 werd er nog een rangeerdeel met twee ketelwagens gespot. Het vervoer was in 1997 al sterk tanende: soms nog wat wagens kunstmestkorrels, een keer per week twee wagens talk en driemaal per week enkele wagens kiezelzuur. Het vervoer kwam ergens in 2000 definitief tot een einde; in 2002 werden de rails opgebroken. Een jaar later werd het bedrijf gesloten.

Shell poort 1
Halverwege de Havenlijn en het Vondelingenplaat-emplacement lag tot ver in de jaren 2000 een omloopspoor. Van daaraf takte een lijn af via Shell poort 1 naar een raccordement dat aanvankelijk wel acht sporen telde. Sinds de Tweede Wereldoorlog werden hier de olietreinen uit Schoonebeek (opening spoorlijn Nieuw Amsterdam – Schoonebeek december 1946) en Den Haag Loolaan behandeld. Voor de stoomfanaten: Stoomkroniek 29 (februari 1985) geeft een boeiende beschrijving van de stoomtractie van de Schoonebeektrein in de periode 1946-1953. In ’49 stonden er 14 werkelijke en 6 facultatieve olietreinen per week in de dienstregeling, sommige liepen via Elst en Dordrecht, andere via Haarlem of Utrecht. In de jaren ’50 was er nog stoomtractie tot Almelo, vanwaar een E-loc (aanvankelijk een 1000) de vracht overnam. Het was jarenlang een druk bedrijf, tot 20 treinen per week.
Om een indruk te geven: begin ’82 reden er nog 14 ‘olieboten’ per week. In die jaren werden deze zware treinen getrokken door de alleskunners van de serie 1300 (foto’s bekend van 1958 en 1982); de route liep toen langs Maliebaan met kopmaken in Lunetten. In 1987 waren het er nog tien, in 1990 nog zes per week: vertrek in Schoonebeek ma 8.24 en ma-vr 19:53 In 1991 werd de productie in Schoonebeek verlaagd en daarmee het aantal treinen teruggebracht. Van september tot december nam de Bentheimer Eisenbahn een deel van het vervoer van Schoonebeek over, het ging naar een raffinaderij in het Duitse Lingen en Pernis had het nakijken. In april ’94 was nog niet al het vervoer van Pernis overgeheveld naar Lingen; er waren nog drie facultatieve treinen per week naar Pernis ingelegd. Uiteindelijk was in 1995 dit vervoer definitief opgedroogd, waarna de aansluiting bij Shell werd opgebroken. Begin 2008 ging het gerucht dat Schoonbeek weer in productie genomen zou worden nu er nieuwe technieken beschikbaar waren en de olieprijs exponentieel gestegen was. Verder dan het stadium gerucht kwam het nieuws niet.

Shell poort 2
Iets zuidelijker stak een lijn terug via spoorpoort 2 naar een raccordement van ooit ongeveer zes sporen: ‘Shell cokes’. Vanaf midden jaren ’80 resteert nog een enkele lijn, die met een grote boog tussen een overdaad aan buizen en leidingen naar het midden van het complex loopt. In ‘97 kwam hier eens per maand een wagen met fluorwaterstof aan. Zeven jaar later ging het nog om enkele wagens per jaar. Niet bepaald een intensief vervoer.
Het spoortje is nog steeds intact; in 2012 en ook in 2022 arriveerde er nog steeds ongeveer eenmaal per maand fluorwaterstof (uit Leverkusen) in een ketelwagen, soms ook in een tankcontainer.
Voor het rangeerwerk was er een Unimog en staat er sinds 2015 een gele Bemo-rangeerrobot zonder cabine, die meestal goed te zien is vanaf de weg.

Shell poort 3
Weer iets zuidelijker bevond zich poort 3, een aftakking naar ‘Shell smeerolie’, een viersporig raccordement. In 2004 lag de aansluiting er nog steeds, ongebruikt. In 2008 lag het wissel nog in de stamlijn en was er nog een lijnstuk dat de Vondelingenweg kruiste. Maar daarna zijn beide verdwenen; achter het hek schijnt het spoor nog lang gelegen ter hebben, maar in 2022 is er ook via Street View niets meer van te zien.
Shell poort 4
Deze lijn takte in 1961, toen het nog BPM poort 4 (Bataafse Petroleum Maatschappij) was, aan de zuidkant van het raffinaderij-complex af van de stamlijn naar de Vondelingenplaat en liep parallel aan de Eerste Petroleumhaven in noordelijke richting, waar hij aansloot op de sporen van poort 7 (zie hierna). Er lagen toen  verschillende opstelsporen. Zowel de aftakking als poort 4 zijn al in de loop van de jaren ’90 geruimd. De laadinstallatie aan dit raccordement wordt nu bediend vanaf poort 7.

3.2 De Petroleumweg
Deze bevindt zich direct west van het basisemplacement. De stamlijn loopt aan de oostzijde van de Petroleumweg; er zijn twee actieve bedrijfsaansluitingen.

Shell poort 7
Shell poort 7 ligt aan de westkant van de Petroleumweg. Op een kaart uit 1961 zijn ook nog de aansluitingen poort 5 en 6 getekend. Binnen Poort 7 liggen vier opstelsporen met dwars er doorheen een wisselstraat waar de loc kan omlopen en er steekt een lijn terug richting de voormalige spoorpoort 4.

Vervoer
In 1997 bestond de afvoer uit enkele ketelwagens per dag, in 2004 waren het er vijf per dag, vooral isopropanol. Railion plaatste en haalde de wagens bij de opstelsporen direct achter de poort. Het rangeerdeel naar Shell met loc 6408 botste op 21 juli 2008 op een stootjuk.
Op 5 mei 2011 haalde HUSA enkele ketelwagens op (die met de Safenwil-autotrein naar Zwitserland gingen), in 2012 zagen we RTB enkele keren voor de zogenaamde Retrack-trein, rond 2018 Lineas (met CT voor de first mile), maar dit waren uitzonderingen: Railion/DBS/DBC bleef hofleverancier van Shell.

In 2012 ging het nog steeds om een handjevol ketelwagens per dag, aanvoer van styreen (van Shell Moerdijk), acrylnitril (van DSM Geleen) en afvoer naar Duitsland van epichloorhydrine, trichloorpropaan, isopropanol en pesticide.

In 2022 is het aantal nog steeds ongeveer gelijk, maar ook een dag zonder aanvoer komt wel eens voor. De aanvoer bestaat uit acrylnitril uit Geleen, styreen uit Moerdijk; de afvoer met name uit isopropanol, trichloorpropaan en pesticiden naar Duitse en Franse bestemmingen. De afvoer van epichloorhydrine is weggevallen met ingang van 2020.

Rangeerloc
Het interne vervoer wordt verzorgd door een eigen loc, dat was een blauwe O&K Shell 6 (fabrieksnummer 26968) uit 1981 en dat is sinds 2014 een nieuwe gele Bemo-loc (type BRD 80) met fabrieksnummer 225 en Shell nummer 5 (niet te verwarren met de oude O&K Shell 5 die hierna bij Koole Minerals besproken wordt).

Koole Tankstorage Minerals (Caltex / Chevron / Texaco / Nerefco)
Aan de oostzijde van de Petroleumweg lag het uitgebreide raccordement (6 sporen) van de raffinaderij van Nerefco (Netherlands Refining Company). Gestart in 1950 als Caltex, veranderde de naam van de raffinaderij later in Chevron en Texaco tot ze in 1989 met Britisch Petroleum (BP) fuseerde tot Nerefco.
In de jaren zestig was de infrastructuur nog wat complexer en werden er 80 tot 100 ketelwagens per dag geladen. De decennia erna nam het vervoer af tot in 1996 bij Nerefco alleen nog maar een beperkte hoeveelheid ketelwagens beladen werd met dieselolie, bestemd voor de tankplaten bij de verschillende NS-emplacementen in het land. Daarna trad de roest in.
In het verleden takte binnen de poort ook nog een spoor af naar de noordelijke kade van de 2e Petroleumhaven; deze is opgebroken eind jaren negentig.
In 1997 werd de raffinaderij gesloten en afgebroken. Op het terrein vestigden zich een tankopslagterminal (Argos) en een biodieselfabriek (Holland Biodiesel, die nooit is opgestart ...); het raccordement bleef bijna twintig jaar ongebruikt liggen.
Maar niets is onmogelijk, want in 2016 werden de oude sporen opgeruimd; Koole had het terrein gekocht, inclusief de activa van Argos en Holland Biodiesel. Op 27 februari 2017 opende Koole een indrukwekkend grote terminal met de naam Koole Tankstorage Minerals.

Vervoer
De start in 2017 was hoopvol:
- CT startte met stookolie (1x pw) uit Litvinov (CZ), dat vervoer eindigde in februari 2018;
- RTB startte een bitumentrein (1x pw).Begin 2019 werd het sporenplan uitgebreid tot zeven sporen van ongeveer 500 meter. 

Stand van zaken in 2019:
- RTB startte dieselolie (UN 1202) (2x pw);
- RTB stookolie (2x in oktober) uit Hongarije;
- RTB reed nog steeds bitumen (3x pm) vanuit Neustadt (Donau);
- DBC reed tijdelijk dieselolie (5x in mei) uit Burghausen (DE bij München);
- BLS (IRP last mile) startte dieselolie (2 pw) naar Zwitserland (hier werd o.a. tijdelijk voor de last mile de 2454 van Stg. Crew ingezet);
- RFO reed incidenteel stookolie uit Oost-Europa;
- LTE bracht stookolie (1x pw) uit Oostenrijk in de periode febr – aug 2019)

Eind 2020 nam de drukte alweer af:
- HSL was in de weer met dieselolie. (met o.a. loc 1324 type G2000);
- BLS reed heel het jaar nog altijd 2-3 x per week dieselolie naar Zwitserse bestemmingen.

Wat precies de reden was, is onduidelijk maar begin 2021 kwam er geen enkele trein meer. Pas is september van dat jaar ontstond er voor het eerst weer beweging:
- RTB met dieselolie naar Linz;
- HSL met dieselolie naar Polen (2x pw in december).
Daarna bleef het raccordement weer enkele maanden leeg. Koole Minerals was niet onder een goed gesternte gestart, zo leek het.

In 2022 kwam de ommekeer:
- Sinds maart was er weer een regelmatige bediening door DBC met een ketelwagentrein dieselolie naar Midden-Duitsland o.a. Hannover, die moet groeien naar 5x pw;
- HSL reed in april en mei weer dieselolietreinen naar Zwitserland;
-  Af en toe reden HSL en Lineas/IRP biodieseltreinen naar Duitsland en Oost-Europa.

Rangeerloc
Voor het rangeerwerk waren in 2017 twee locjes beschikbaar: een geel Köf-locje, en een blauwe O&K (voorheen loc 5 bij Shell) (die in 2021 defect raakte), beide van Bemo. Voor het DBC-vervoer is begin 2022 een oranje Bemo met bedrijfsnummer 10089 gekocht; bij het laadproces worden twee eveneens in 2022 aangeschafte groene Niteq rangeerobots ingezet.


3.3 Nabij het basisemplacement
Vanaf het basisemplacement zijn er in 2022 geen directe bedrijfsaansluitingen; dat was in het verleden wel anders.

Shell poort 11/12
In het begin van de jaren ’60 takte direct van de westuitgang van het emplacement een tweetal lijnen af naar het zogenaamde Shell K-terrein, waar een raccordement lag van ongeveer 10 sporen. In de jaren ’80 is het gehalveerd en in 2002 geheel opgebroken.

Shell poort 14
Aan de oostzijde van het emplacement bevond zich spoorpoort 14, in de jaren ’60 nog een enkel lijntje, later uitgegroeid tot een zessporig emplacement aan de Tweede Petroleumhaven. In 1997 werden hier ketelwagens gevuld met remvloeistoffen en gassen. In 2004 ging het nog om buteen in witte gasketelwagens met oranje band, enkele wagens per dag. RM222 maakte melding van een studie van Shell naar de opheffing van dit raccordement. Op 4 januari 2008 was het echter nog steeds in vol bedrijf, er werden toen zes grijze gasketelwagens opgehaald, maar de omvang van het vervoer nam snel af. Het toen nog driesporige raccordement met drie kopsporen en twee laadinstallaties werd in de zomer van 2008 opgebroken.

Shell poort 15
Ooit moet er naast poort 14 ook nog een poort 15 gelegen hebben. Nu resteert daar een kopspoortje buiten het Shell-terrein.

3.4 Butaanweg
De derde Pernisser tak is de stamlijn langs de Butaanweg; de spoorlijn ligt samen met deze weg ingeklemd tussen de Tweede Petroleumhaven en de A4 die massa’s auto’s naar de Beneluxtunnel voert. De lijn is in 1998 naar het westen verplaatst in verband met de aanleg van de tweede Beneluxtunnel en de daarmee samenhangende verbreding van de A4.

Exxon Mobil
De eerste aftakking aan de Butaanweg was die van Exxon Mobil (Esso + Mobil Oil). Hier was begin 2000, dus na de verbreding van de A4, een nieuw kopspoor aangelegd, dat maximaal een wagen of zes kon huisvesten. Het is nooit gebruikt. In 2009 was het zelfs niet meer te bereiken: een poort ontbrak, het hekwerk was over de rails doorgetrokken. Eind 2014 werd het opgebroken. Het aansluitwissel werd in 2020 uitgebroken.

Mobil Oil
Iets noordelijker lag de (oude) aftakking naar Mobil Oil. In de jaren ’60 had dit bedrijf een kort kopspoortje; dit spoortje liep verder door naar alweer een Shell spoorpoort die aanvankelijk toegang gaf tot het bedrijf Matex, dat blijkbaar later geannexeerd was als het Shell O-terrein. In de jaren ’90 zijn er bij Mobil incidenteel wagens gesignaleerd. In 1999 bij de verdubbeling van de A4 is deze hele aansluiting, opgebroken. Als compensatie werd bovenstaande aftakking naar het inmiddels Exxon Mobil genoemde bedrijf aangelegd,

NWM
De Nederlandse Wegtanktransport Maatschappij vormde een kortstondige bevlieging aan de Butaanweg. NWM bouwde rond 1990 een reinigings- en ontgassingsinstallatie voor spoorketelwagens en legde een ambitieus emplacement van zes sporen aan. De verwachting was dat o.a. Shell hier enkele honderden wagens per week zou laten reinigen. Toen het emplacement in 1991 gereed kwam, werd gesproken van ongeveer twaalf wagens per dag en tweemaal daags een bediening vanaf het basisemplacement. Er werd bovendien rekening gehouden met uitbreiding. In 1997 werden er echter niet meer dan enkele spoorwagens per dag behandeld. Zowel het emplacement als de aansluiting zijn inmiddels alweer passé.

Combi Terminal Twente -CTT (NOM / Paktank / Vopak / Pernis Combi Terminal - PCT)
Aan het einde van de Butaanweg lag de tankopslagterminal NOM, later Paktank, Vopak Distripak, Vopak Logistics en daarna Pernis Combi Terminal (PCT). Sinds 2013 heet de terminal Container Terminal Twente (CTT), dat is overigens opmerkelijk omdat het moederbedrijf met dezelfde naam in Hengelo geen spoorterminal heeft. Het bedrijf had in den beginne twee spoorpoorten en vier relatief korte opstelsporen. Die twee poorten zijn gebleven, het raccordement heeft in 2022 vijf lange sporen met twee portaalkranen.

Vervoer
In de jaren ‘90 kende Paktank nog vervoer in ketelwagens. In ’97 lag het vervoer bijna op zijn spreekwoordelijke gat: soms kwamen er enkele wagens, dan weer tijden niets. De concerns Van Ommeren en Paktank/Pakhoed fuseerden in 1998 tot Vopak. Omdat gevreesd werd voor een te dominante positie in Rotterdam moest Vopak capaciteit afstoten. De opslagtanks werden gesloopt, om te voorkomen dat de concurrentie ermee aan de haal ging. Wat resteerde, waren het raccordement en de loodsen t.b.v. logistieke activiteiten, die onder de naam Vopak Distripak werden voortgezet, maar veel spoortransport was er niet meer.

Pas in 2002 trok het vervoer bij Vopak trok weer aan. Ten behoeve van het rangeerwerk werd een Bemo-loc geleased.
- Aan het eind van dat jaar startte de afvoer van plastickorrels in containers van Nijhof Wassink. In de zomer van 2003 was die toegenomen tot zo’n 100 containerwagens per week;
- Later in het jaar kwamen er Danzas-containers met PVC-poeder bij en witte IBC-containers naar Duitsland en Denemarken.
De Bemo-loc werd al snel vervangen door een zwaarder exemplaar.

2004 gaf een voorzichtige groei te zien:
- Railion kwam twee keer per dag langs. Alle containers werden opvallend genoeg per unit cargo vervoerd.
- Start Milaanshuttle, die wagens van Vopak ophaalde en op het RSC Waalhaven Zuid samenvoegde tot een echte shuttle, maar deze opzet sneuvelde alweer in de zomer.
2006 een nieuwe start.

Er waren begin 2006 nog maar twee vervoerders actief: RRF en Railion en die rangeerden zelf. Het zag er niet goed uit voor de terminal. Maar daar dacht de beheerder anders over.
In voorjaar van 2006 werd de terminal onder de naam PCT, de Pernis Combi Terminal zelfstandig, hij werd losgekoppeld van Vopak en de infrastructuur werd ingrijpend vernieuwd. Dit alles bracht een nieuwe impuls.
- Railion reed van 2006 (tot in 2009) containerwagens met metaalalkylen in laadcilinders naar Duitse bestemmingen. Voorheen reed dit vanaf Akzo Botlek.
- Railion startte een shuttle naar het voormalige Oostblok (4x pw, met o.a. containers van Versteijnen);
- Railion startte een shuttle naar Lyon (1x pw), maar die was een kort leven beschoren. Een jaar later, in juni 2007, herrees hij als een feniks uit zijn as (zie hierna)
De Bemo werd vervangen door een nieuwe Zephir, een rail-/wegmachine van Italiaanse makelij. De verwachting was dat het vervoersaanbod nog zou toenemen.

2007:
- Herstart van de containershuttle (3x pw) naar Vénissieux (bij Lyon), het was de eerste actie in Nederland van de Franse vervoerder Fret: drie maal per week verscheen er hiertoe een MaK2000BB-loc. De shuttle, die vooral beladen was met containers van de buurman Vos Logistics werd toch weer opgeheven in maart 2008;
- Railion startte wagenladingvervoer van creosootolie en steenkoolteer (tot 2010; in opdracht van Cindu in Uithoorn).

2008:
- RRF startte een werkdagelijkse pendel tussen de containerterminals van Pernis, Waalhaven en Maasvlakte, de ‘GTO Portshuttle’ (opgeheven maart 2009);
- ITL startte een  shuttle (5x pw) van PCT naar het Poolse Kutno (via Frankfurt an der Oder) met vooral containers van het chemisch bedrijf Sabic uit Saoedi-Arabië (vooral groene UASC-containers);

2009:
- In febr ’09 werd de Kutno-shuttle kort door RTB, kort door Railion/DBS en daarna weer door ITL gereden. Ook in 2010. Vanaf december 2011 reed een deel zelfs door naar Moskou;
- Veolia startte een trein silobulkcontainers cement uit Osnabrück (1x pm).
2010:
- CT startte een cementtrein uit Lengelich;
- RTB startte met setjes Nijhofcontainers naar Hongarije voor de bonte Retrack-trein (einde 2011).
In 2010 werd de Zephir vervangen door een oude Köf-rangeerloc.

2011:
RM292 schreef: sinds oktober 2011 rangeert RRF de Kutno-shuttle in Pernis en in  Waalhaven Zuid, waar hij de ECT-terminal aandoet.
- Vanaf jan 2012 reed Captrain deze shuttle (5x pw) naar Frankfurt an der Oder (dat is het grensstation naar Polen) via de Betuweroute. Deze werd in september 2013 overgenomen door Locon (3x pw) dat over Bentheim reed. Begin 2014 nam Ruhrtalbahn hem weer over (4x pw), in 2017 reed RTB zeven slagen via de Betuweroute;
- HSL startte een containertrein naar Braunschweig met rode CAI-containers.

2012:
- DB Schenker bracht elke dag enkele containers uit het uc-netwerk

2013: De PCT wordt CTT, Container Terminal Twente
- De shuttle Stuttgart –Maasvlakte (R2X) maakte voortaan een tussenstop bij CTT in Pernis.
Stand van zaken 2014:
- DBS bracht regelmatig enkele tankcontainers via het uc-netwerk;
- RTB reedd de shuttle Frankfurt an der Oder (inmiddels teruggevallen naar 4x pw, in 2016 weer verhoogd naar 5x pw);
- LTE begon een shuttle naar Oslo (2x pw);
- TXL (i.o. van ITL) startte een shuttle naar Nürnberg/München (4x pw - reed ook naar Maasvlakte en Euromax). In mei van dat jaar werd deze ‘Beierenshuttle’ overgenomen door LTE (4x pw). In aug 2015 werd de tussenstop op CTT vervangen door een stop op Waalhaven Zuid. ITL reed sindsdien zelf.

In 2016 werd de infrastructuur op te terminal vernieuwd; vijf sporen en twee portaalkranen kwamen er. De sporen werden ongeveer 300 m lang, zodat een containertrein in twee delen geplaatst moet worden. Er kunnen er twee tegelijk beladen worden. Het aantal containertreinen groeide naar twee tot drie per dag.

2017:
- LTE (met RRF voor de last mile) startte een shuttle naar Weil am Rhein/Basel, vanaf juli 2018 overgenomen door RTB (3x pw);
Mei 2019:
- DBC startte met een pendel (3x pw) van tankcontainers met chemicaliën uit Barcelona en koelcontainers met citrusvruchten uit Valencia bestemd voor Albert Heijn. Om allerlei redenen werd deze start gezien als een unicum. Na vijf maanden nam Lineas deze ‘CoolRail-shuttle’ over. De trein zou helaas geen lang leven beschoren zijn, stakingen en ander ongerief in Frankrijk gaven de nekslag.
Stand van zaken eind 2019: (RM369):
- RTB naar Frankfurt a/d/ Oder en o.a. Kutno (PL) (8x pw);
- RTB naar Weil am Rhein/Basel (CH) (3x pw);
- Lineas (last mile RTB) naar Barcelona/Valencia (ES) (2x pw);
- RRF portShuttle (R’dam – Tilburg/Acht) (enkele pw);
- DBC uit uc-netwerk enkele tankcontainers per week.

2021:
- Lineas startte met de Dourges-shuttle (FR) deels naar Pernis en deels naar Moerdijk (5x pw);
- SBB hevelde de Mortarashuttle over van RSC Waalhaven naar CTT.
Per 1 jan 2021 plaatste Lineas de BT Trains rangeerlocjes 363 727 en 825 op Pernis voor het rangeerwerk met de shuttles. Ook RTB maakte gebruik van een eigen rangeerloc, maar die varieerde; soms was het een loc van Shunter.
Stand van zaken in 2021: Het aantal shuttles op de CTT is gestegen tot 22 per week, het is een komen en gaan op de stamlijn langs de Butaanweg.
- Lineas reed de Dourges-shuttle (FR – 5x pw) met een tussenstop in Lage Zwaluwe om het Moerdijkdeel aan te haken, via Rozendaal naar Antwerpen;
- RTB shuttle naar Frankfurt a/d Oder en Gliwice (PO - 9x pw) via Bentheim;
- RTB shuttle Weil am Rhein/Basel (CH – 3x pw) via Venlo;
- SBB (last mile Lineas) shuttle naar Mortara (IT – 5x pw) via Venlo;
- DBC kwam nog heel af en toe met enkele tankcontainers uit het uc-netwerk.

Veranderingen in 2022:
- Onregelmatig reed de Poolse vervoerder PKP een shuttle naar Malaszewicze (PL - met blauwe Transcontainers);
- Incidenteel bracht PKP een containertrein uit China (maar die gaat in de regel naar Railport Brabant in Tilburg)
- Lineas had de Dourgesshuttle gesplitst en vervangen door aparte shuttles CTT – Antwerpen (3x pw) en Moerdijk – Antwerpen (2x pw).

Rangeerlocs
De Zephir-rangeermachine, die de oude Bemo-loc verving, reed van 2006 tot 2010 en werd toen vervangen door een Köf III-locje. De Zephir werd in 2010 verkocht aan Broekman in Europoort en de Köf in 2014 aan het vroegere Broomchemie in Terneuzen. Sindsdien wordt het rangeerwerk vooral verzorgd door diesellocs van de verschillende vervoerders, die de treinen zelf kunnen en mogen ophalen op het basisemplacement Pernis.

BPHM
In 1961 moet de lijn langs de Butaanweg nog verder hebben doorgelopen naar een bedrijf met de mysterieuze naam BPHM. We hebben er geen verdere informatie over gevonden.

3.5 Striendwaalseweg
De vierde stamlijn van Pernis loopt naar het oosten, onder de A4 door tot bijna aan de Waalhaven Zuid. Deze verbinding loopt langs het hek van de drukke ECT-containerterminal, parallel aan de Striendwaalseweg, een zijstraat van de Oude Pernisseweg naar het dorp, dat dit industriegebied zijn naam uitgeleend heeft.

Matrans Rotterdam Terminal (SCA / Interforest)
Op de eerder genoemde kaart van 1961 bestaat deze stamlijn nog niet. Na aanleg lag er tot bij de loodsen van Interforest enkel spoor. In 1995 was er dagelijks vervoer van enkele schuifwandwagens. In 1997 werden cellulose en papier uit Zweedse schepen voor een deel overgeheveld op spoorwagens. Soms bracht de trein ook rollen papier uit Zweden. Het vervoer was ooit aanzienlijk, er konden acht tweeassers op het raccordement en soms moest dan nog het toenmalige NS Cargo Interforest tweemaal op een dag aan doen. In 2000 werd het zelfs uitzonderlijk druk: papier uit Oostenrijk en cellulose en papier naar Duitsland. In de eerste helft van het jaar bezocht Railion Interforest tweemaal per dag vanuit Pernis, in de tweede helft zelfs driemaal per dag en wel vanuit de Waalhaven.
Begin 2002 kwam er een einde aan het geduwd aanleveren van de vele spoorwagens: er werd een omloopspoor voor de poort aangelegd. Het ging rond 2007 dagelijks om een tiental schuifwandwagens, die nu toch weer vanaf Pernis werden aangevoerd. Verder lagen er twee sporen bij de loodsen en een kopspoor buiten de tweede poort.
De crisis van 2008 leidde tot een teruggang tot enkele wagens per week in 2010. Mead in Blerick ontving jarenlang enkele wagens per week van Interforest, inmiddels hernoemd tot Interforest SCA. Dit vervoer lag een tijdje stil en werd in 2011 in ere hersteld. Vanaf 2013 gingen er nog incidenteel enkele schuifwagens met papier naar Blerick; maar eind 2018 stopte het.
De jaren erna werden er wagens cellulose naar Mittenberg verzonden.

Begin 2020 veranderde de naam in Matrans Rotterdam Terminal. De terminal bleef gericht op ‘bosproducten’ maar had zijn diensten als algemene terminal uitgebreid en dat legde het bedrijf geen windeieren.
Een grote slag sloeg deze eind 2020: het vervoer van grote aluminiumblokken op rongenwagens werd overgenomen van de Waterlandterminal in Amsterdam. Lineas was de vervoerder en zette o.a. loc 1511 in. De trein reed eenmaal per week naar Antwerpen van waar de wagens met de Swiss Xpress van het Green Xpress Network naar Oostenrijk gebracht werden. In juni 2022 nam RFO deze dienst over door het rijden van een wekelijkse bloktrein met schuifwandwagens.
Daarnaast haalde ook in 2022 DBC bijna dagelijks rongenwagens aluminium voor Singen of schuifwandwagens cellulose voor met name Miltenberg op bij Matrans.

4 De dienstregeling
Aan- en afvoer vond in 1961 plaats via het groepshoofdstation IJsselmonde dat vier onderstations bediende: Feijenoord, Handelsterrein, Waalhaven en Pernis. Verder liep de havenlijn toen nog niet. IJsselmonde beschikte over twee rangeerheuvels en bundels aankomst- en verdeelsporen. Treinen, komende van andere groepshoofdstations en bestemd voor het hele havengebied werden op IJsselmonde uitgeheuveld en verdeeld over treinen naar de onderstations. Dit vond plaats tussen 2:00 en 10:00 uur. Vóór 14:00 bereiken de treinen de diverse onderstations, zoals Pernis, waarna tot 22:00 de bedrijfsaansluitingen bediend worden. Tot 3:00 uur werden op de onderstations de retourtreinen samengesteld, die vervolgens vóór 6:00 naar IJsselmonde vertrokken. Hier werden tenslotte tussen 14:00 en 2:00 de treinen naar de overige groepshoofdstations in het land samengesteld om daarna hun nachtelijke tocht naar elders te aanvaarden. Over internationale treinen hebben we slechts één bericht kunnen vinden. In 1960 reed er vijfmaal per week een trein met twee 2400-locs en twintig ketelwagens olie van Pernis via Tiel, Elst, Deventer en Oldenzaal naar Duitsland. De Betuweroute ante dato!

De bonte aan- en afvoertreinen van Pernis hadden in de jaren ’80 nog een behoorlijke lengte; op een foto uit 1990 tellen we zeker 30 wagens.
Midden 2000 werd Pernis een goederenstation met een “nulbediening” d.w.z. dat er bij de bedrijven nog eenmaal per dag een loc kwam ten behoeve van aan- en afvoer van de wagens..
Railion bracht in 2000 om 8:41 uur de aanvoertrein van Kijfhoek en haalde de afvoer op om 21.00 uur. Vanaf 14.00 verzorgde een Botlekse ploeg het rangeerwerk naar de diverse bedrijven in Pernis. Interforest werd aanvankelijk niet vanuit Pernis, maar vanuit  Waalhaven Zuid bediend; vanaf 2003 wel vanuit Pernis. De aanvoertrein was in die jaren zó lang dat hij op twee sporen op het Pernisse basisemplacement geplaatst moest worden.

De laatste jaren is de bediening van Pernis grotendeels ongewijzigd. Over 2004 lezen we: ongeveer half tien arriveert de aanvoertrein uit Kijfhoek. Rond 10.00 uur pendelt een ploeg uit Botlek naar Pernis en verzorgt de bediening van Interforest en de Pernis Combi Terminal. Rond 14.30 komt de tweede ploeg voor de overige bedrijfsbedieningen. Tegen 21.00 uur vertrekt de afvoertrein naar Kijfhoek. Het ging in dat jaar om 10 tot 20 wagens per dag, in de jaren ’90 was dat aanzienlijk minder. In 1997 schreef Rail Magazine (RM150) zelfs over Pernis: ‘Hoever kan het vervoer nog dalen voor het woord opheffing valt?’. De feiten hebben de angst gelogenstraft. Interforest/Matrans is gegroeid evenals Combi Terminal die sinds 2006 aanzienlijke aantallen containertreinen behandelt. En dan is er nog het toegenomen bio-olievervoer van Koole in bloktreinen.

De aanvoertrein kwam in 2009 op Pernis aan om 9.33; afvoer stond gepland op 20:12 uur. De bediening van de twee oostelijke takken vond plaats tussen 10:30 en 12:30, die van de overige takken vanaf 14:00 uur.
Telden we in 2008 nog 13 wagens, in 2012 was de aanvoer verder uitgedund. De bonte trein uit Kijfhoek arriveerde om 6.40 en vertrok om 13.31. In 2014 bevatte deze gemiddeld nog vijf wagens.
Dat aantal is in 2022 nog onveranderd, de aankomsttijd is 9:27 en vertrektijd 15.44. De bedieningsvolgorde is doorgaans: Matrans Rotterdam Terminal, CTT, Shell en tenslotte Koole en Arkema op de Vondelingenplaat.
Over de dienstregelingen van de bloktreinen is lastig iets te zeggen.

5 Slot
Als we nu de jongste ontwikkelingen in Pernis overzien mogen we stellen dat het spoorvervoer als geheel flink in de lift zit. Ooit was er een druk vervoer vooral van petrochemische stoffen, veel wagenladingvervoer en enkele bloktreinen. Maar ondergrondse buizen en tankauto’s vervingen de trein. Het volume nam gestaag af tot het in 1997 feitelijk niets meer voorstelde.
Toen vestigden zich nieuwe bedrijven: Koole Tankstorage op de Vondelingenplaat groeide snel met plantaardige oliën en biodiesel tot op het hoogtepunt in 2016 en daalde daarna weer iets. Het aantal containershuttles bij PCT, later CTT, de terminal aan de Butaanstraat, is gegroeid tot meer dan twintig per week De nieuw aangelegde terminal van Koole Minerals aan de Petroleumweg draait nog niet geweldig, maar biedt veel perspectief. En ook bij Matrans is het vervoer flink opgepept. De toename in Pernis zit ‘m vooral in bloktreinen, maar ook het wagenladingvervoer houdt dapper stand.

Bronnen: zie hier

(met dank aan Frank Schouten voor correcties en aanvullingen).


@ Laatste wijzigingen: 2 januari 2023