R A I L G O E D . N E T                          

Railgoederenvervoer in en om Nederland                                        

Amsterdam Westhaven 
OBA 1 (1961-2009)

OBA  (Overslag Bedrijf Amsterdam) Bulk Terminal Amsterdam

OBA is een van de oudste bedrijven in de Westhaven en het houdt het het langste vol. 
Het bedrijf vestigde zich in 1956 aan de Sonthaven, naast de (toenmalige) Fordfabriek (waarvan het terrein na sluiting van de fabriek geannexeerd werd door OBA) . De spooraansluiting vanaf de toen nog oosteljker gelegen spoorlijn naar Zaandam kwam in 1957 tot stand. Tegenwoordig ligt de aansluiting tussen het infra- en het basisemplacement in. 
Vanaf 1961 werden hier ertsschepen gelost; het erts werd overgeslagen op treinen en door NS vervoerd naar de hoogovens van o.a. Hoesch bij Dortmund in het Ruhrgebiet.  In 1961 reed er driemaal per week een ertstrein. De zware treinen achter vier gekoppelde 2200-locs trokken over Arnhem naar Emmerich. In 1970 was het aantal opgelopen tot 6 à 9 per dag. In het jaar 1980 vertrokken er bij OBA 1151 ertstreinen met in totaal 32762 wagens.
In zijn boek Amsterdam Goederen  geeft Hans Kaas een mooie beschrijving van de handelingen die een machinist op zo'n zware ertstrein tijdens zijn tocht via de Maliebaan tot in Emmerich moet verrichten. 
Pas in 1975 kwamen er E-locs voor deze imposante treinen; meestal ging het om een 1300 of een 1600 met ondersteuning van twee 2200-diesellocs.
Doordat in 1989 de Duitse binnenhavens geschikt gemaakt werden voor grote duwbakken kwam er een abrupt einde aan het ertsvervoer per spoor. OBA lag een aantal jaren stil.

Vanaf 1981 tot aan de stop in 1989 trokken twee gekoppelde rangeerrobots (een "tweelingrobot") de wagens onder de laadbunker door: twee machines van Windhoff met de nummers 260007/1 en /2 (bouwjaar 1981). Na jaren van stilstand gingen ze vanaf 1994 dienst doen bij  EMO in de Maasvlakte, tot ze in 2004 door Shunter werden overgenomen. Zonder verder ingezet te zijn, werden ze in 2013 gesloopt.

In 1997 verrees OBA als een feniks uit zijn as: er werd een begin gemaakt met een vervoersstroom van kolen naar Mannheim, in 1998 oplopend tot vier treinen per dag. Dit had alles te maken met een versnelde sluiting van (een deel van) de Duitse mijnen.  In de jaren erna viel het vervoer toch weer terug tot één trein per dag. In 2003 was de gedachte dat het kolenvervoer zou worden overgenomen door de toen geopende Coal Terminal in de Europoort. Maar het zou heel anders lopen. 
In het begin van 21ste eeuw nam het aantal treinen en bestemmingen alleen maar toe: naast Mannheim waren dat Veltheim, Duisburg, Basel, Landhut voor Railion. Nieuwe vervoerders wisten OBA ook te vinden, HGK naar Frankfurt, CTL naar Bexbach. In 2008 vertrokken er drie kolentreinen per dag naar energiecentrales en hoogovens richting Duitsland en verder. Maar de crisis sloeg toe en halverwege 2009 reed er niet veel meer.

OBA 30 juli 2009 een reportage


Tegen 14:00  uur nadert een lege kolentrein uit Emmerich achter twee 189-locs (voorop 189 085) het emplacement Westhaven; hij moet even wachten voor de overweg in de drukke Kabelweg. De vervoerder heet intussen DB Schenker, de Railionstickers zijn nog niet verwijderd.


Rond 15:30 is het loccenduo omgelopen en op de bekende parkeerplaats, vlak bij het DB-dienstgebouw, achtergelaten. De 6449 is vertrokken om de wagens naar OBA te duwen.


De lange trein lijkt hier af te slaan naar de aansluiting van OBA, onder het toeziend ook van een V100 van Volker Rail. Het spoor links loopt naar het infra-emplacement.


De trein bestaat uit 32 standaard DB-kolenwagens van het type Falns.


Misschien wel karakteristiek voor de dip waarin het kolenvervoer zich begin 2009 bevond: de wagens waren kennelijk niet snel nodig; ze worden in een verre uithoek van het infra-emplacement gedrukt.


OBA 13 oktober 2009

Toch kende juist in juli 2009 OBA weer een flinke opleving. Begin juli startte HGK een nieuwe kolenstroom naar de energiecentrale in Möllen, 5 treinen per week, met opvallende nieuwe blauwe Falns-wagens achter een class 66-loc. Dieseltractie via Utrecht en Arnhem naar Emmerich. Later in die maand deed Veolia hetzelfde, dagelijks, ook naar Möllen, ook in blauwe wagens, ook met dieseltractie, maar nu met twee G2000-locs. Deze loc's reden nog in de kleuren van Rail4Chem, dat in 2008 door Veolia was overgenomen. In oktober verdubbelde Veolia het aantal zelfs. In oktober reden er dus dagelijks vier kolentreinen: 2x Veolia, 1x HGK en 1x DBS (v/h Railion). De crisis was bij OBA snel voorbij.


Op emplacement Westhaven staat om 17:32 h een bij OBA beladen kolentrein van DBS (met oude stickers) gereed voor vertrek richting Duitsland: DBS 189 074 + 189 077.


Dan volgt hier een wat langere reportage van een Veolia-kolentrein, langer omdat het licht zo mooi was.
Om 17:05 h steekt een Veolia-kolentrein de Westhavenweg over, de aansluiting van OBA op; zoals altijd geduwd omdat er geen omloopmogelijkheid is.


40 vrijwel nieuwe blauwe VTG-wagens van het bekende type Falns worden het eenvoudige spoortje opgeduwd. Zoals hieronder te zien is zijn de wagens in Nederland geregistreerd. (NL).



De diesellocs die de lege trein uit Möllen naar de Westhaven hebben gebracht, verzorgen ook het rangeerproces, dat is het voordeel van de dieseltractie.


Het zijn de locs R4C 2004 en R4C 2006 (type G2000 BB) die de trein door het parkje aan het begin van het OBA-raccordement drukken. Dat lijkt vreemd, maar R4C was in 2008 door Veolia overgenomen en er was blijkbaar geen geld of geen behoefte om iets aan het uiterlijk te doen.



De trein verdwijnt helemaal op het binnenterrein, totdat de voorste wagen onder de laadbunker staat.


Het is 18:45 h  als de belading al zover gevorderd is dat de loc al ruim buiten de spoorpoort beland is. Een trein kan in ongeveer twee uur beladen worden.


De ondergaande herfstzon legt een warme gloed over het havengebied. 





Er zit een machinist in de cabine; deze loc kan waarschijnlijk niet radiografisch bestuurd worden. De machinist krijgt krijgt dan via een mobilofoonverbinding van de rangeerder bij de laadbunker instructies om het geheel steeds enkele meters vooruit te zetten.